Heinrich Wilhelm Ernst (1812-1865), Tjechische vioolvirtuoos en bewonderaar van Paganini (!), schreef variaties op 'The last Rose of Summer' . Een gedicht van de Ierse dichter Thomas Moore (vriend van Byron en Shelley!), geinspireerd op een rozensoort genaamd 'Old blush' (het Oude Blozen...). 'The last Rose of Summer' wordt gebruikelijk gezongen op een traditionele melodie genaamd "Aislean an Oigfear" ('Droom van de jonge man'). Edward Bunting (Ierse folksongverzamelaar), noteerde de melodie na een uitvoering door harpist 'Donnchadh Ó hÁmsaigh' op het 'Belfast Harp festival'. Gedicht en melodie publiceerde men in december 1813 (volume 5 van Moore's 'Irish Melodies'). De vertaling is:
Het is de laatste zomerse roos die nog alleen staat te bloeien, al haar mooie metgezellen zijn verwelkt en weg, Geen bloem van haar familie, geen rozenknop is nabij om haar roze gloed te weerkaatsen of zucht voor zucht te geven Ik zal je niet eenzaam achterlaten, om weg te kwijnen op je steel, aangezien alle mooie slapen, gaat gij dan slapen met hen Aldus verdrijf ik de beminnelijken uiteen, uwe bladeren van het bloembed waar uwe gezellen van de tuin geurloos liggen en doods Moge ik spoedig volgen als vriendschappen verslechteren en in de door liefde stralende cyclus de gemme geleidelijk afneemt, wanneer ware liefde is vergaan en dierbaren gevlogen zijn, want wie zou deze kille wereld dan nog alleen willen bewonen?
MELANCHOLISCH